Vanuit een gebed borrelt de Heilige Geest in mij (Rick) op, het raakt me, ik voel de zwaarte van wat gaat komen, tranen beginnen te stromen. Dit is een woord voor de gemeente, de gelovigen! En weet God is genadig en wil vergeven.
De Heilige Geest wordt tegengesproken en uitgelachen. Hij wordt niet begrepen want Hij is niet logisch, past niet in onze wereld. We hebben geen controle, kunnen het niet beredeneren, onze theologie schiet tekort.
Jezus werd onteert en gelasterd aan het kruis. En wij? Wij zouden dat nooit doen. Ik voelde me weer bij het kruis staan alsof hetzelfde herhaalde. We hebben het weer gedaan; de Heilige, de allerhoogste God onteert en weggelachen. Maar nu is het de Heilige Geest.
Stop met strijden tegen God. Dit is de Geest die wonderen en tekenen wil doen. Die ons wil leiden, wil bevestigingen, wil zenden, ons wil laten groeien tot sterke en gezonde kinderen van God. Zonen en dochters die bewegen, spreken en doen zoals Jezus. Dit is wat we met de Heilige Geest moeten: HEM EREN, HEM GEHOORZAMEN! Ook als we het niet begrijpen, het niet logisch is en het er anders uitziet dan we verwachten.
Dit is de tijd om je hart open te gooien voor de Heilige Geest en je te bekeren. De Heilige Geest wil weer met kracht bewegen door jou heen. Maak een keuze: wordt warm of koud, wees niet lauw en spreek niet tegen en lach niet over de dingen van God. Durf in gebed te gaan en geleid door Hem, vergeving te vragen voor elk gesproken woord, elke uiting of lach, elke grap of minachting die je hebt geuit tegen de Heilige Geest. Spreek dit uit voor jezelf, je gezin, je familie, je kerk en je land. Vraag daarna de Heilige Geest je aan te raken en deze leegte te vullen. Ik voel dat de Heilige Geest veel mensen wil gaan aanraken op dat moment. Ga Hem eren en gehoorzamen.
Ik zie bronnen opborrelen, het zijn mensen die zich overgeven aan God, Jezus en de Heilige Geest en zich niet meer terughouden. Ze gaan op weg om het evangelie te prediken over heel de aarde. De Geest in jou verlangt om te stromen en los te barsten!
Daniel 7: 25-26, Galaten 3: 1-3, Handelingen 23:8-9